meisje 6 jaar woedeaanval

Hoe kan ik omgaan met woedeaanvallen van mijn kind van 7, 8 of 9 jaar?

Woedeaanvallen komen vaak voor bij kinderen. Heb jij een zoon of dochter die een flinke woede-uitbarsting krijgt als iets tegenzit? Of als iets niet gaat hoe hij of zij gewild had?
In dit artikel lees je waar woedeaanvallen vandaan komen en hoe je ze kan voorkomen. Zo zal je je kind beter gaan. Ook krijg je handvatten hoe je ermee kunt omgaan, zodat de woedebuien minder heftig worden of zelfs helemaal afnemen.

Woedeaanvallen kind 7, 8 of 9 jaar

Dit artikel is speciaal gericht op kinderen van 7, 8 of 9 jaar. Is je kind 6 jaar of ouder dan 8 jaar? Dan kun je ook veel hebben aan de tips in dit artikel. Maar is je kind jonger dan 5 jaar, lees dan het artikel ‘Omgaan met driftbuien van peuters, dreumes of kleuters: Uitleg en tips’ of ‘Omgaan met agressief gedrag bij een kind van 2, 3 of 4 jaar oud’.

Wat is een woedeaanval?

Een woedeaanval is een extreme vorm van boosheid. Ieder kind en iedere volwassene is weleens boos. Boosheid hoort erbij, het is een normale emotie. Bij een woedeaanval is het boze gevoel heel extreem, dit kan heel heftig zijn. Zowel voor het kind als voor de ouders. In een woedeaanval heeft het kind geen controle meer over zijn boosheid.

Vaak duren woedeaanvallen niet heel lang. Soms maar een paar minuten, maar het kan ook een stuk langer duren. Soms zelfs een half uur of langer. Hoe een woedeaanval er precies uitziet is bij elk kind anders. Vaak begint het met schreeuwen of gillen. Daarna wordt de boosheid extremer. De boosheid neemt het als het ware over van je kind. Als dat gebeurt gaan kinderen vaak ook schelden, spugen, slaan of schoppen. In een woedeaanval komt soms agressie voor. Dit kan agressie naar anderen zijn (schelden, slaan, schoppen) of agressie naar spullen (iets stuk maken, deur dichtgooien, tegen deuren schoppen). De agressie van je kind kan ook op zichzelf gericht zijn (hoofdbonken, zichzelf knijpen, slaan of pijn doen).

Hoe heftig de woedeaanval is, hangt af van de situatie. Meestal wordt de woede geleidelijk minder heftig en eindigt het als je kind in huilen uitbarst. Een woedeaanval is heel intensief voor een kind en kost veel energie. Kinderen zijn dan ook na een woedeaanval vaak uitgeput en heel moe.

Werkboek Ik ben Relaxed - omgaan met boosheid kind

Leer je kind omgaan met boosheid met het leuke werkboek Ik ben Relaxed!

Met behulp van dit werkboek leert je kind om zijn boosheid op een fijnere manier te uiten, zodat er meer rust ontstaat voor je kind en in het gezin. Inclusief doe-opdrachten, schrijf- en tekenoefeningen en handige tips voor ouders.

Woedeaanvallen bij kinderen van 7, 8 of 9 jaar oud

Het krijgen van een woedeaanval is voor jonge kinderen heel normaal. Woedeaanvallen horen dan ook bij de normale ontwikkeling. Veel kinderen van rond de 2 jaar hebben dagelijks woedeaanvallen, maar meestal groeien kinderen rond de 3 of 4 jaar er vanzelf overheen. Dit geldt niet voor alle kinderen. Kinderen van 7, 8 of 9 jaar hebben al meer controle over hun emoties dan peuters en kleuters. Ze kunnen steeds beter met hun emoties omgaan en woorden geven aan gevoelens. Toch zijn er ook heel wat oudere kinderen die heftige woedeaanvallen hebben. Een woedebui ontstaat bijna altijd door onmacht. Kinderen hebben achteraf vaak spijt van wat ze gedaan of gezegd hebben.

Woedeaanvallen van kinderen op deze leeftijd zijn veel heftiger dan die van peuters of kleuters. Het is ingrijpend voor jou als ouder, maar ook voor je kind zelf. Daarom is het belangrijk om je kind hierbij te helpen.

woedeaanvallen bij kinderen - meisje 7 jaar

Waarom heeft mijn kind woedeaanvallen?

Een woedeaanval ontstaat meestal als een kind gefrustreerd of gekwetst is. Of als iets anders loopt dan je kind had gedacht of gewild. Bijvoorbeeld omdat het iets niet mag of iets moet doen wat het niet wil. Het karakter van je kind speelt ook een rol. Sommige kinderen zijn van nature temperamentvoller dan andere kinderen. Daardoor kunnen er grote verschillen zijn in hoe kinderen hun boosheid uiten.

Soms wordt gedacht dat woedebuien veroorzaakt worden doordat kinderen verwend worden door hun ouders. Dat is niet waar, want woedeaanvallen komen zowel voor bij kinderen die vaak hun zin krijgen als bij kinderen voor wie dat niet zo is. Toch is het wel belangrijk om niet te toegeeflijk te zijn, want dan leert je kind dat het met zo’n aanval krijgt wat hij wil. Hij leert dan dat een woedeaanval iets positiefs oplevert. Dus het stellen van grenzen is belangrijk. Lees hier hoe je effectief grenzen kunt stellen op een positieve manier. Ook speelt het voorbeeld dat ze van jou krijgen (dit heet sociaal leren of modeling) een rol. Hoe ga jij zelf met boosheid om? Je kind ziet hoe jij dit doet en leert daarvan.

Tot slot is de algehele toestand van een kind ook bepalend voor het ontstaan van een woedeaanval. Als een kind bijvoorbeeld vermoeid is, honger heeft of pijn, dan is z’n prikkelbaarheid verhoogd en zal een woedebui eerder ontstaan en hoger kunnen oplopen.

Help je kind relaxter worden!

Het werkboek: Ik ben Relaxed! helpt je kind bij het omgaan met boosheid.

Lichamelijke reacties bij boosheid

Bij boosheid komt een heftige lichamelijke reactie op gang. Aan het lichaam en gezicht van een kind kan je zien of hij of zij boos is. De wenkbrauwen fronsen, de kaken gaan op elkaar, je kind loopt rood aan of hij balt zijn vuisten. Als er iets gebeurt waardoor je kind gefrustreerd of gekwetst is, worden er (simpel gezegd) bepaalde stofjes aangemaakt in de hersenen. Hierdoor loopt de bloeddruk op. Door de verhoogde bloeddruk wordt het gezicht rood en spannen de spieren. Het lichaam wordt klaargemaakt om te ‘vechten’ of te ‘vluchten’.

Vroeger was deze reactie nodig om te overleven. Als je in de wildernis een beer of iets ander gevaarlijks tegenkwam, had je veel energie nodig om weg te rennen. In het lichaam van je kind gebeurt nog precies hetzelfde. Er komt energie vrij om snel te kunnen reageren. Kinderen moeten nog leren omgaan met deze sterke lichamelijke reacties.

Boosheid jongen - woedeaanval

Zijn woedeaanvallen schadelijk voor mijn kind?

Een woedeaanval is op zich niet schadelijk. Maar er kunnen wel gevaarlijke situaties ontstaan, omdat een kind zich ongecontroleerd beweegt tijdens een aanval. Je kind kan bijvoorbeeld plotseling ergens vanaf springen, iets kapot maken, de straat op rennen of agressief zijn naar zichzelf of anderen. Veel kinderen doen zichzelf pijn in een woedeaanval zonder dat ze dit voelen op dat moment. Door de extreme boosheid voelen ze de pijn niet. Vanwege deze gevaren is het belangrijk dat je een kind met een woedeaanval nooit alleen laat. Behalve als je weet dat jouw kind zichzelf op een veilige manier kan kalmeren.

verdrietig en boos meisje en moeder

Na een woedeaanval kan je kind spierpijn krijgen van het slaan of pijn hebben aan zijn of haar keel van het schreeuwen. Het kan ook gebeuren dat je kind tijdens een woedeaanval zo hard schreeuwt dat de spieren in het strottenhoofd verkrampen, waardoor een kind zelfs kan flauwvallen. Dit kan heel eng zijn om te zien, maar het is niet gevaarlijk. Wel is het verstandig om even contact met een huisarts op te nemen.

Emotioneel gezien kunnen woedeaanvallen veel impact hebben. Zeker als ze vaak voorkomen. Daarom is het belangrijk om je kind te leren omgaan met emoties. In het artikel over ‘Omgaan met emoties’ kun je lezen hoe je je kind kunt leren om te gaan met verschillende emoties.  

Boosheidsmeter

Een boosheidsmeter zoals deze helpt je kind om de boosheid te leren opkomen en eerder in te grijpen, voordat een woedeaanval ontstaat. Wil je een boosheidsmeter maken speciaal voor jouw kind? In het werkboek ik ben Relaxed, ga je samen met je kind aan de slag om een boosheidsmeter en om een relax-meter te maken, zodat je kind de fases van zijn boosheid kan herkennen en weet wat hij of zij kan doen om rustiger te worden. 

Woedeaanvallen bij kinderen voorkomen

Het voorkomen van een woedeaanval is het prettigst voor iedereen. Helaas is het niet altijd mogelijk om een woedeaanval te voorkomen. Soms loopt de boosheid heel snel op of komt het op een onverwacht moment.

Als je woedeaanvallen wilt voorkomen, moet je goed naar je kind kijken. Door je kind te observeren, wordt het steeds makkelijker om woedeaanvallen te voorkomen. Sommige kinderen krijgen alleen woedeaanvallen als ze heel moe zijn. Bijvoorbeeld als ze ‘s nachts slecht hebben geslapen of als ze geen middagdutje hebben gedaan. Is dat zo bij jouw kind? Zorg dan voor voldoende rustmomenten of zoek geen ‘uitdagende’ situaties op na een slechte nacht.

Andere kinderen krijgen woedeaanvallen als ze honger hebben, doordat hun bloedsuikerspiegel te laag is. Zorg dan dat je kind regelmatig iets te eten krijgt. Ook kun je in de opvoeding kijken wat het beste werkt bij jouw kind. Meestal werkt het goed om duidelijke grenzen te stellen en consequent te zijn. Een kind weet dan waar het aan toe is. Maar sommige kinderen hebben meer structuur nodig.

-> Komt boosheid vooral bij overgangssituaties voor? Dan kan het bijvoorbeeld helpen om je kind goed voor te bereiden.
-> Voelt je kind zich snel aangevallen? Richt dan je correctie of compliment op gedrag in plaats van op de persoon.
-> Heeft je kind moeite met teleurstellingen? Toon dan begrip, en wees tegelijkertijd ook duidelijk.
Elk kind is anders, door uit te proberen en goed te let
ten op de momenten waarop het goed gaat kun je de woedebuien steeds makkelijker voor zijn.

Quote boosheid

Praten over de woedebui met je kind

Woedebuien kun je ook voorkomen door op een rustig moment te praten met je kind over de boosheid. Een kind van 7, 8 of 9 jaar heeft nog moeite om z’n gevoelens onder woorden te brengen, maar soms kunnen ze hele creatieve oplossingen bedenken. Bespreek na de boze bui dat het niet fijn was. Benoem dat het ook niet fijn was voor je kind.

Stel vragen zoals: “Hoe kon het gebeuren?”, “Wat gebeurde er voordat je zo boos werd?”, “Wat zou je een volgende keer anders kunnen doen?”, “Hoe kan ik je helpen?”, “Wat helpt je om rustig te worden?”. Probeer geen waarom-vragen te stellen, want dan voelen kinderen zich vaak aangevallen. Ze klappen dicht of schieten in de verdediging.

begin een vraag aan je kind met wat of hoe

Wat te doen tijdens een woedeaanval?

Tijdens een woedeaanval kan je kind niet meer rustig nadenken. Het meeste van wat je zegt, komt niet meer bij hem of haar binnen. Het is dan lastig om je kind te kalmeren. Opmerkingen zoals: “Stop ermee!”, “Je weet wat we hebben afgesproken” of “Doe even normaal, praat rustig” werken dan niet meer. Bij jonge kinderen wil afleiden nog wel eens werken, maar daar zijn kinderen van 6, 7 of 8 jaar meestal te oud voor. In deze 5 stappen staat wat je kan doen tijdens een woedebui.

Stap 1: Rustig blijven

Het beste wat je kan doen is zelf rustig blijven. Ook al is dat niet altijd even eenvoudig en realistisch. Zeker niet als je je machteloos voelt of geraakt wordt door wat je kind zegt. Elke ouder wordt wel een keer boos en dat is helemaal niet erg. Toch wordt de woedebui van je kind vaak erger als je zelf ook boos wordt. Door rustig te blijven geef je je kind de ruimte om boos te zijn. Heb begrip en heel veel geduld. Bedenk elke keer weer dat je kind jou niet bewust probeert dwars te zitten, maar dat hij niet weet hoe hij zich anders kan uiten.

Stap 2: Laten uitrazen

Omdat je tijdens een echte woedebui geen contact met je kind kan krijgen, kun je hem of haar het beste laten uitrazen. Haal hem of haar uit de situatie waar hij of zij zo boos van wordt (als dat mogelijk is). Laat aan je kind merken dat het boos mag zijn.

Als je kind in een woedebui zichzelf of anderen pijn doet, is het belangrijk om voor veiligheid te zorgen. Haal gevaarlijke objecten weg waar je kind mee kan gooien of zichzelf pijn mee kan doen. Vaak wordt een kind alleen maar bozer als je hem of haar vasthoudt. Doe dit dus liever niet en alleen als het echt niet anders kan voor de veiligheid van zichzelf of een ander. Zeg op zo’n moment niks over het gedrag (“Niet gooien”, “niet slaan”), maar zeg: “Ik snap dat je boos bent. Ik zorg dat je veilig bent”.

Maak op een rustig moment afspraken over waar je kind op een veilige manier boos kan zijn en waar je kind rustig kan worden.

Stap 3: Benoemen en erkennen

Boze gevoelens ontkennen of afstraffen levert vaak juist meer boosheid op. Laat je kind merken dat z’n boze gevoel er mag zijn door het geven van begrip en erkenning. Leer je kind dus niet dat het niet boos mag zijn, maar leer je kind om zich anders te uiten. Wacht met praten en vragen stellen tot je kind is afgekoeld. Wel kun je tijdens een woedeaanval je kind helpen zijn gevoelens te begrijpen door te benoemen wat je ziet en het gevoel te erkennen.

Zeg bijvoorbeeld: “Ik zie dat je er heel boos van wordt”, “Ik snap dat je dat graag wilt”, “Laat je boosheid er maar uit” of “Het is ook balen dat je verloren hebt”.

Hierdoor help je je kind woorden te geven aan emoties die ze van zichzelf nog niet begrijpen. Ook voelt je kind zich begrepen, waardoor het sneller rustig zal worden. Let er wel op dat je niet te veel woorden gebruikt. Houd het kort en bondig. Als je kind rustig is, maak dan eerst contact op een fijne manier. Toon begrip, luister, stel je kind gerust of geef een knuffel.

Stap 4: Grenzen stellen

Tijdens een woedebui heeft het bieden van grenzen weinig zin. Je kind is niet meer voor rede vatbaar. Maar als de woedeaanval nog niet te hoog opgelopen is of achteraf, is het wel belangrijk om grenzen te bieden. Grenzen geven namelijk veiligheid. Laat je kind weten dat z’n gevoel oké is, maar dat zijn gedrag niet acceptabel is.

Je kan dan bijvoorbeeld zeggen:
“Spullen zijn niet om mee te gooien, dan gaan ze stuk en daar word ik verdrietig van”
“Je bent boos, omdat je dat nu niet krijgt. Daar mag je best boos over zijn. Ik zou ook boos zijn als ik iets heel graag wil en dat niet krijg. Wat ik niet leuk vind is het geschreeuw en gegil. Het doet pijn aan m’n oren.”
Hierdoor geef je je kind mee dat hij boos mag zijn, maar je leert hem ook rekening te houden met anderen.

Stap 5: Leren omgaan met boosheid

Na de woedebui kun je je kind leren z’n boosheid op een andere manier te uiten. Praat met je kind over de boosheid en maak afspraken. Je kan een woedebui ook naspelen en samen op een leuke manier oefenen hoe je kan stoppen. Boosheid loopt bij kinderen vaak snel op. Maar als je de echte woedeaanval voor kan zijn, bereik je al veel.

Een kind is vaak al eerder geïrriteerd of is wat kortaf. Leer je kind de fase voor de ontploffing te herkennen en spreek samen af wat dan werkt om rustig te worden. Zo leer je je kind controle te krijgen over zijn gevoelens. In het stukje ‘Praten over boosheid’ heb je gelezen hoe je dit het beste kan bespreken met je kind.

Het werkboek Ik ben Relaxed is een fijne manier om je kind te leren om beter om te gaan met zijn boosheid. De tips en uitleg en de leerzame doe-opdrachten helpen je kind om relaxter te worden. Je kind leert om zijn gevoelens te uiten op een rustigere manier en heeft zo geen last (meer) hebben van woedeaanvallen.

Leren omgaan met boosheid

De meeste woedeaanvallen verdwijnen meestal geleidelijk. Naarmate je kind ouder wordt, zullen ze minder vaak voorkomen. De tips in dit artikel helpen bij het voorkomen of verminderen van de woedebuien. Alle kinderen zijn verschillend en niet alle tips kun je in elke situatie toepassen. Het is uitproberen wat voor jullie het beste werkt. Veel succes!

Help je kind relaxter worden!

Het werkboek: Ik ben Relaxed! helpt je kind bij het omgaan met boosheid.


Over de auteur

Rian Meddens avatar

Verder lezen:

15585

Gratis Positieve Opvoedtips

Vul je e-mailadres in en krijg iedere twee weken gratis extra tips in je mailbox: