Oorlog is een moeilijk onderwerp, maar kinderen krijgen er vaak toch iets van mee. Of het nu via gesprekken van volwassenen om hen heen, via het Jeugdjournaal of verhalen op school komt: kinderen stellen vragen. Hoe reageer je daarop? Wat vertel je wel en wat juist niet? Hier zijn 8 praktische tips om op een open, ondersteunende manier met je kind over oorlog te praten.
Lees hier meer artikelen over hoe je kunt praten met je kind:
- Praten met je kind over natuurrampen
- Praten met je kind over gevoelens
- Praten met je kind over school
- Praten met je kind over een scheiding
- Praten met je kind over corona
Waarom praten met je kind over oorlog belangrijk is
Kinderen vangen vaak meer op dan je denkt. Ze zien beelden op tv, horen flarden van gesprekken of lezen iets online. Als je er niet over praat, kunnen ze zelf de puzzel gaan invullen met angstige of onjuiste gedachten. Dit kan hun zorgen juist vergroten.
Praten met je kind over oorlog helpt je kind om de situatie te begrijpen en zijn of haar gevoelens te uiten. Jij biedt een veilige basis waarop ze kunnen vertrouwen. Door eerlijk en rustig te communiceren, stel je je kind gerust en geef je duidelijkheid. Dat is belangrijk, want kinderen zoeken vooral bevestiging dat hun wereld veilig is. Als ouder kun je het verschil maken door het gesprek op gang te brengen. Daarmee geef je je kind het vertrouwen dat ze altijd bij je terecht kunnen, hoe lastig het onderwerp ook is.
Jonge kinderen (peuters en kleutrs) moeten we juist zoveel mogelijk afschermen voor berichtgevingen over oorlog. Ze zijn nog te jong om dit te begrijpen. Op deze leeftijd is het meestal niet nodig om met je kind over oorlog te praten, tenzij je kind er zelf over begint of vragen stelt. Als je kind ouder is, stel dan in eerste instantie vragen, zodat je weet wat ze al gehoord hebben en je daarbij kan aansluiten.
Mijn kind is bang voor oorlog
Sommige kinderen zijn gevoelig en/of reageren sterk op nieuws over oorlog. Ze kunnen bang worden dat er ook iets bij hen gebeurt of dat hun familie of vriendjes in gevaar zijn. Deze angst kan zich uiten in:
- Slecht slapen of nachtmerries hebben.
- Teruggetrokken gedrag of huilbuien.
- Veel vragen stellen, zoals: “Kan hier ook oorlog komen?”
Als je merkt dat jouw kind bang is voor oorlog, dan is het juist heel belangrijk om te praten met je kind. Blijf zelf rustig en probeer je eigen emoties onder controle te houden. Herhaal dat je kind veilig is. Zeg bijvoorbeeld:
“Wij zijn hier veilig en papa en/of mama zorgt voor jou.”
Luister ook goed naar je kind om erachter te komen waar de angst precies vandaan komt. Stel vragen om hier meer zicht op te krijgen, bijvoorbeeld:
“Wat maakt je het meest bang? Wat kunnen we samen doen om je beter te laten voelen?”
Dan kun je je kind gerichter geruststellen op zijn/haar specifieke angst. Zorg verder voor structuur en hou dagelijkse routines zoveel mogelijk vast. Leer je kind ook te focussen op leuke dingen en ontspanning. Zoek afleiding en doe samen iets waarvan je beiden geniet, zoals tekenen, knutselen of een spelletje spelen.
10 tips om te praten met je kind over oorlog
1. Luister eerst naar je kind
Begin met te vragen wat je kind al weet:
“Wat heb je gezien of gehoord?”
Dit geeft je een goed startpunt voor het gesprek. Kinderen vormen vaak hun eigen ideeën op basis van wat ze opvangen. Soms klopt dat niet helemaal, en dat kan ze onnodig bang maken. Luisteren zonder direct in te vullen wat zij moeten denken, geeft hen ruimte om eerst te vertellen en luister.
Als je kind bijvoorbeeld vraagt: “Komt er hier ook oorlog?”. Dan kun je zeggen:
“Ik begrijp dat je dat vraagt. Wat heb je gehoord waardoor je dat denkt?”
2. Pas je uitleg aan aan de leeftijd van je kind
Een kleuter heeft een andere uitleg nodig dan een tiener. Jonge kinderen hebben vooral geruststelling nodig. Houd het simpel en abstract. Zeg bijvoorbeeld: “Sommige landen hebben ruzie, maar hier zijn we veilig.”
Bij oudere kinderen kun je iets meer context geven. Leg uit dat er redenen achter oorlog zitten, maar vermijd ingewikkelde details. Stel open vragen en vraag wat ze er zelf van denken.
Praten over oorlog op verschillende leeftijden
Praten over oorlog met je peuter of kleuter (2 tot 5 jaar)
Op deze leeftijd zal een kind nog niet veel begrijpen van een oorlog. Op deze leeftijd weten kinderen wel wat ruzie is. Probeer je kind zoveel mogelijk af te schermen van berichten over oorlog. Op deze leeftijd halen kinderen fantasie en werkelijkheid nog doorelkaar waardoor ze erg bang kunnen worden. Krijgen ze er wel iets van mee of vragen ze ernaar. Focus dan vooral op het geruststellen van je kind. Gebruik eenvoudige woorden en vermijd details. Zeg bijvoorbeeld:
“Sommige mensen maken ruzie. Wij wonen hier en zijn veilig.“
Praten over oorlog met je kind van 6-8 jaar
Op deze leeftijd zijn kinderen meer nieuwsgierig. Focus op de feiten en op veiligheid. Geef een simpele uitleg. Zeg bijvoorbeeld:
“Er is oorlog in een ander land, maar hier gebeurt dat niet zo snel. Wij hebben mensen die zorgen dat we veilig zijn.”
Als je even niet weet welke woorden je kunt gebruiken, dan kun je dat gewoon zeggen. Leg uit dat je het opzoekt en kom er dan later op terug.
Praten over oorlog met je kind van 9-12 jaar
Op deze leeftijd hebben kinderen meer besef van rechtvaardigheid en complexiteit. Je kind kijkt misschien ook naar het Jeugdjournaal waar ze veel informatie krijgen. Het Jeugdjournaal geeft goede, eerlijke uitleg gericht op kinderen van deze leeftijd. Kijk samen met je kind, zodat je kunt praten over wat je kind gezien heeft. Vraag na afloop of je kind nog vragen en/of zorgen heeft. Kijk het volwassen nieuws als je kind er niet bij is.
Geef je kinderen uitleg zonder je kind te overbelasten. Hou het kort en vertel nooit over gruwelijke details. Praat ook over de gevoelens en gedachten van je kind. Zeg bijvoorbeeld:
“Er is oorlog in verschillende landen, zoals in Oekraïne en Gaza. Dit gaat over grote, ingewikkelde problemen, zoals wie waar mag wonen. Wat denk jij ervan?”
Praten over oorlog met je kind van 13 tot 16 jaar
Op deze leeftijd kunnen kinderen kritisch denken en hebben ze meer emotionele diepgang. Bespreek het nieuws met je kind en praat over ethische vragen. Help je kind bij het kiezen van informatiebronnen. Wat kun je wel en niet vertrouwen? Praat met je kind regelmatig over de actualiteit en vraag naar zijn/haar mening. Zorg dat je altijd ook ruimte maakt voor de gedachten en gevoelens van je kind hierover. Zeg bijvoorbeeld:
“Heb je gehoord over de oorlog in…? Wat heb je erover gelezen of gehoord? Wat vind jij hiervan? En wat doet het met jou om dat te horen?”
3. Creëer een veilige en open sfeer
Zorg voor een rustige omgeving waarin je kind zich op zijn gemak voelt. Praten tijdens een wandeling of een rustig moment thuis werkt vaak goed. Laat merken dat alle vragen welkom zijn, ook de moeilijke.
Stel geruststellende vragen zoals: “Hoe voel je je daarover?” of “Wat denk je dat er gebeurt?” Door actief te luisteren en open te reageren, help je je kind om zich veilig te voelen.
4. Wees eerlijk, maar doseer informatie
Kinderen voelen het als je niet eerlijk bent. Wees dus open, maar geef alleen zoveel informatie als je kind aankan. Zeg bijvoorbeeld niet: “Dat snap je nog niet,” maar houd je uitleg simpel en concreet. Vermijd bloederige of angstaanjagende details. Geef een neutrale en feitelijke uitleg, maar benadruk altijd het veilige gevoel thuis.
5. Richt je op wat goed gaat, veerkracht en hoop
Hoewel oorlog verdrietig en angstaanjagend is, zijn er altijd positieve verhalen. Laat je kind zien dat er altijd mensen zijn die helpen en dat moeilijke situaties beter kunnen worden. Denk aan hulporganisaties, vredesbesprekingen of dappere mensen die anderen beschermen. Door dit te benadrukken, leer je je kind positief en hoopvol naar de wereld te kijken. Kinderen hebben een gevoel van veiligheid en geruststelling van volwassenen nodig.
Zeg bijvoorbeeld: “Er zijn heel veel mensen die helpen: artsen, hulpverleners en mensen die zorgen dat andere kinderen veilig zijn. Ze werken hard om de problemen op te lossen.”
Je kunt je kind ook stimuleren om iets kleins te doen om te helpen, zoals samen doneren aan een goed doel of een kaartje sturen naar mensen in nood. Dit geeft hen een gevoel van controle en helpt om angst te verminderen. Zeg bijvoorbeeld:
“Er zijn altijd mensen die iets goeds doen, ook in moeilijke tijden. Wat kunnen wij doen om te helpen?”
6. Reageer kalm, ook als je zelf emotioneel bent
Kinderen zijn gevoelig voor jouw emoties en reactie. Als je gestrest of angstig reageert, voelen zij dat meteen. Probeer dus zelf kalm en duidelijk te blijven. Het is oké om eerlijk te zeggen dat je het een moeilijk onderwerp vindt. Maar blijf tegelijkertijd rustig en laat weten dat jij er bent om je kind te helpen.
Als je je veel zorgen maakt, praat dan over jouw zorgen met je partner of een vriend(in) als de kinderen op bed liggen of op school zijn. Merk je dat je zorgen je stemming beïnvloeden of dat je kind er iets van mee krijgt, dan is het goed om dit kort te benoemen. Je kind voelt deze emoties toch al aan, dus dan helpt het om hier woorden aan te geven. Als je merkt dat het echt te veel wordt, neem dan even een pauze en laat je kind weten dat er anderen zijn die voor jou zorgen en waarmee jij kan praten. Zeg dan bijvoorbeeld:
“Dit onderwerp is ook voor mij moeilijk. Ik wil er even rustig over nadenken, dan praten we straks verder.”
7. Geef ruimte voor gevoelens
Kinderen reageren op oorlog met verschillende emoties: angst, verdriet, boosheid of verwarring. Geef je kind de ruimte om die gevoelens te uiten. Laat je kind weten dat het normaal is om deze emoties te voelen. Help je kind z’n emoties onder woorden brengen. Reageer niet direct met oplossingen, maar luister en erken hun gevoel. Zeg bijvoorbeeld:
“Ik begrijp heel goed dat je dit eng vindt. Dat is het ook. Oorlog is heel naar.”
Als je merkt dat de emoties hoog zitten bij je kind, laat je kind dan een tekening of een verhaal maken over wat hij of zij denkt en voelt. Dit kan helpen om gevoelens beter te uiten en te verwerken. Ook kan afleiding of beweging kinderen goed helpen. Ga samen iets leuks doen of laat je kind bewegen. Bijvoorbeeld trampoline springen, buiten voetballen, sporten of ga samen een spelletje doen, bakken of knutselen.
8. Wees geduldig en blijf beschikbaar
Het gesprek over oorlog is niet iets wat je in één keer afrondt. Kinderen komen vaak terug met nieuwe vragen of gevoelens. Blijf open en geduldig, ook als je het zelf geen makkelijk onderwerp vindt om over te praten. Herhaal dat jij er voor je kind bent. Zeg bijvoorbeeld:
“Je mag altijd vragen stellen, hoe moeilijk het onderwerp ook is.”
Tot slot: praten met je kind over oorlog
Praten met je kind over oorlog is niet makkelijk, maar het helpt je kind om zich veilig en begrepen te voelen. Door open, eerlijk en kalm te blijven, leer je je kind omgaan met moeilijke onderwerpen en gevoelens. Samen maak je je kind zo veerkrachtiger voor de toekomst.
POSITIEF &
RELAXED OPVOEDEN
TOP Opvoeder!
Het werkboek voor ouders, voor meer balans, plezier en zelfvertrouwen tijdens het opvoeden.
Opvoeden op een manier die bij jou past.