De leertrap ondersteunt bij het leerproces van kinderen. In dit artikel lees je hoe je de leertrap kunt gebruiken en op welke theorie hij gebaseerd is. De verschillende treden worden uitgelegd met per trede de ondersteuningsbehoefte van het kind. Zo weet je hoe je jouw kind of leerling zo goed mogelijk kunt begeleiden bij zijn leerproces.
Download in dit artikel gratis de leertrap.
Wat is de leertrap?
De leertrap laat de verschillende stappen in een leerproces zien. Het aanleren van nieuwe vaardigheden, kennis of nieuw gedrag gaat niet vanzelf. Het is een proces, waarin je steeds stapjes zet. De leertrap helpt kinderen te begrijpen dat iets nieuws leren moeite kost. Daarnaast geeft het leerkrachten, coaches of begeleiders inzicht in het proces van het kind en aanknopingspunten om aan te sluiten bij de ondersteuningsbehoefte van het kind. De leertrap maakt zichtbaar welke stap een kind zet in een les, ook al is dit niet zichtbaar in z’n werk. Het gaat bij de leertrap niet om het resultaat van een taak, maar om de stap(pen) die het kind zet. Zo stimuleer je het doorzettingsvermogen van kinderen.
Gebruik van de leertrap
De leertrap wordt vaak gebruikt in het onderwijs, bij remedial teaching of bij het onderwijs aan begaafde kinderen. Ook bij kindercoaching of thuis kan de leertrap goed gebruikt worden, want ook gedragsverandering begint vaak bij de eerste stappen en kost doorzettingsvermogen.
In een groep is het belangrijk om rekening te houden met de individuele verschillen. Niet iedereen zal op dezelfde trede starten. Sommige kinderen zullen al gemotiveerd zijn, anderen hebben al met de taak geoefend en weer anderen zullen de taak al (deels) beheersen. Het is dan veel relevanter om te kijken naar welke stappen een kind genomen heeft, in plaats van te kijken naar het eindresultaat. De stap van trede 1 <ik doe het niet>, naar trede 2 <ik kan het niet> is bijvoorbeeld een heel belangrijke stap, maar niet altijd makkelijk te zien.
Kijk na een les dus niet naar waar je leerling staat, maar welke stappen je leerling genomen heeft. Is je leerling blijven staan op dezelfde tree of heeft hij of zij één of meerdere stappen naar boven gezet?
Theorie achter de leertrap
De leertrap is gebaseerd op de ‘Zone van de naaste ontwikkeling’ van Vygotsky (1978). De ‘Zone van de naaste ontwikkeling’ (ZNO) gaat ervan uit dat een kind het meeste leert als je hem uitdaagt activiteiten te doen die net boven zijn eigen niveau liggen en hierbij de nodige ondersteuning biedt. Door te weten op welke trede het kind staat, weet je welke ondersteuning het kind nodig heeft.
Daarnaast is de leertrap gebaseerd op ‘De leeruitdaging’ en de leerkuil van Nottingham (2020). De leerkuil laat kinderen zien dat iets nieuws leren niet vanzelf gaat en dat het normaal is om het even niet meer te weten. Het hoort erbij om in de ‘kuil’ te belanden. Je moet tegenslagen durven aangaan. De leerkuil haalt je uit je comfortzone.
Tot slot sluit de leertrap goed aan bij de ‘Groeimindset‘ van Carol Dweck (2020). Carol Dweck omschrijft de vaste of fixed mindset en de groeimindset. Bij de vaste mindset ben je ervan overtuigd dat succes bepaald wordt door je intelligentie en je aangeboren talenten. De groeimindset gaat er vanuit dat succes wordt bepaald door inzet en het opdoen van ervaringen. Net als bij de groeimindset gaat de leertrap er vanuit dat het doorzettingsvermogen en inzet kost om iets nieuws te leren. Het gaat dan dus niet om het eindresultaat, maar om het proces er naartoe. De groeimindset zorgt voor meer motivatie, doorzettingsvermogen en meer plezier in leren.
Stappen van de leertrap met ondersteuningsbehoeften
De leertrap ziet er voor elk kind en voor elke vaardigheid weer anders uit. Soms slaat een kind de eerste treden over en is hij meteen gemotiveerd. Soms gaat een kind na een korte uitleg 2 treden vooruit, terwijl andere kinderen langer de tijd nodig hebben om een stap te nemen. Sluit aan bij het individuele leerproces van het kind.
Download hier gratis de Leertrap.
Stap 1: Ik doe het niet
Het kind laat weerstand zien en wil niet iets nieuws leren. Hij ziet er het nut niet van in of wil niet uit zijn veilige comfortzone stappen. Iets nieuws leren kan gaan over elke vaardigheid of gedrag; hoe klein of groot ook. Bijvoorbeeld leren fietsen, de radslag leren, specifieke leerstof op school of het leren van nieuw gedrag.
Ondersteuningsbehoefte
Geef het kind uitleg over de te leren vaardigheid. Vertel waarom het fijn is om het te leren en wat dit oplevert voor het kind zelf. Stel het kind vragen zoals:
“Wat zal het je opleveren als dit kan?“
“Wat is er dan fijn voor jou en voor je omgeving?“
Stap 2: Ik kan het niet
Je kind begint langzaamaan gemotiveerd te raken en wil iets gaan leren, maar merkt tegelijkertijd dat het nog helemaal niet lukt. Je kind ziet wat hij moet kunnen om de vaardigheid te leren en beseft dat hij dit nog helemaal niet kan.
Ondersteuningsbehoefte
Geef het kind uitleg over een leerproces. Stimuleer en motiveer het kind door een positieve benadering. Leg eventueel de vergelijking met leren lopen. Het kind heeft ooit leren lopen, maar dit lukte ook niet in één keer en kostte veel moeite.
“Het kost tijd en oefening om iets nieuws te leren. Dat is niet erg, dat hoort erbij. Soms voelt het niet fijn, maar als je doorzet zul je merken dat het toch lukt.“
Stap 3: Ik wil het doen
Je kind raakt gemotiveerd en wil inzet tonen om de vaardigheid te leren.
Ondersteuningsbehoefte
Bekrachtig de motivatie van het kind en ondersteun bij het opstarten van het leerproces. Complimenteer niet de kwaliteiten van het kind of het resultaat, maar de inzet die het kind toont. “Ik zie dat je het graag wilt leren, wat fijn! Probeer het maar op jouw manier.”
Stap 4: Hoe zal ik het doen?
Dan komt je kind erachter dat het niet zo makkelijk is als hij dacht. Je kind gaat op zoek naar strategieën om het te leren.
Ondersteuningsbehoefte
Vraag het kind op welke verschillende manieren hij de taak kan aanpakken. Heeft het kind hier zelf al ideeën voor? Wat wil hij als eerste uitproberen? Wat werkt wel en wat werkt niet? Geef eventueel ondersteunende tips voor leerstrategieën.
Stap 5: Ik ga het proberen
Je kind zet door en neemt de stap om iets te proberen. Het lukt niet meteen, maar door het op verschillende manieren te proberen, leert je kind steeds meer.
Ondersteuningsbehoefte
Bekrachtig het doorzettingsvermogen. Zeg bijvoorbeeld:
“Ik zie dat je het blijft proberen, zo ga je het leren!”
Stap 6: Ik probeer het nog een keer
Je kind merkt dat het niet lukt en kan gedemotiveerd raken. Kinderen doen dan vaak uitspraken als: “Het lukt me nooit!“. Bij deze stap gaat je kind doorzetten en het nog een keer proberen. Als het niet alleen lukt, vraag dan om hulp.
Ondersteuningsbehoefte
Erken de onzekere gevoelens die het kind krijgt in het leerproces en herinner het kind aan de leertrap en dat iets nieuws leren moeite kost. Motiveer het kind vervolgens om door te zetten.
“Wat balen, het lukt niet meteen en dat had je wel gehoopt. Weet je nog van de leertrap? Iets nieuws leren kost tijd en moeite. Zet nu door, je bent al zover!”
Geef het kind ook een tip als hij dat nodig heeft. Bijvoorbeeld: “Probeer het eens op een andere manier”, “Vraag hulp als het niet alleen lukt” of “Probeer het morgen nog eens als je weer fris bent”.
Stap 7: Ik doe het
Het kind is er bijna! Hij of zij krijgt het gevoel dat het toch gaat lukken.
Ondersteuningsbehoefte
Het kind krijgt weer een positief gevoel en heeft het nu vooral nodig om zijn enthousiasme te delen. Bekrachtig het fijne gevoel van het kind door een duim op te steken, te luisteren en te lachen of door een schouderklopje te geven.
Stap 8: Ja, ik heb het gedaan!
Het is gelukt! Je hebt een nieuwe vaardigheid je eigen gemaakt. Dit geeft je kind het vertrouwen dat hij iets moeilijks de volgende keer ook kan leren, als hij maar doorzet. Je kind ontwikkelt hierdoor zelfvertrouwen.
Ondersteuningsbehoefte
Complimenteer de inzet en het doorzettingsvermogen van het kind. Dus in plaats van te zeggen: “Wat kun je nu goed fietsen” zeg je: “Wat heb jij flink doorgezet toen het lastig werd!”.
Reflecteer met het kind op het leerproces. Stel vragen zoals:
“Weet je nog toen je het even niet meer zag zitten, wat heb je toen gedaan?”
“Hoe lukt het je om door te zetten?”
“Wat hielp nog meer om door te zetten?”
“Wat heeft dit doorzetten opgeleverd?”
Leertrap voor kleuters
Deze leertrap is goed te gebruiken voor kleuters. Het is een eenvoudigere versie, zodat de trap beter aansluit bij kleuters. Door de kleuter-leertrap te gebruiken, leren kinderen al jong dat iets nieuws leren niet vanzelf gaat en dat het normaal is dat iets niet meteen lukt.
Download hier gratis de leertrap voor kleuters.
Voor leerkrachten en professionals
Werk jij als professional met kinderen? Bijvoorbeeld als leerkracht, (school)maatschappelijkwerker, IB’er, kindercoach of (ortho)pedagoog? Dan kun je de leertrap goed gebruiken in jouw lessen of begeleidingen met leerlingen. Wil je meer handvatten om met kinderen aan de slag te gaan? Lees dan meer over ons speciale aanbod voor professionals. Je krijgt toegang tot meer dan 100 materialen in de Psychogoed Toolbox, begeleiding in live Q&A’s en gratis trainingen. Zo ga je beter bij je cliënten aansluiten, voel je je zelfverzekerder en behaal je sneller positief resultaat voor jouw cliënten!
Bronnen bij dit artikel