Een driftbui komt vaak voor bij een dreumes, peuter of kleuter. Het past bij de ontwikkelingsfase van je kind. Maar het is vaak niet leuk en niet makkelijk om ermee om te gaan. Lees hier wat een driftbui is en hoe de ontwikkelingsfase van je kind hierin een rol speelt. Welke driftbuien bij kun je verwachten per leeftijd (dreumes, peuters of kleuters)? Hoe kun je driftbuien bij peuters voorkomen en hoe ga je ermee om?
Wat is een driftbui?
Een driftbui is een ander woord voor een woedeaanval of een woedebui. Bij een dreumes, peuter of kleuter spreken we vaak over een driftbui en bij oudere kinderen vaker over een woedebui of woedeaanval. Bij een driftbui uit je kind zijn emoties op een heftige manier. Jonge kinderen kunnen hun emoties nog niet controleren, waardoor hun boosheid explosief naar buiten komt. Je kind gaat schreeuwen, slaan, op de grond liggen, schoppen of trappelen met zijn benen en armen. Vaak duurt een woedebui niet zo lang en is het na een paar minuten tot een kwartier weer over. Maar het kan ook veel langer aanhouden. Sommige kinderen blijven hangen in hun driftbui en vinden het lastig om er zelf uit te komen. Ze hebben jouw hulp nodig. Lees hiervoor de tips onderin dit artikel.
Driftbui bij een dreumes (kind van 1 jaar)
Meestal krijgt je kind de eerste driftbui als hij een dreumes is, vanaf ongeveer 1,5 jaar oud. Je kind kan dan plotseling heel erg boos worden om iets kleins. Soms kan het best lachwekkend zijn als je dreumes zich ineens op de grond werpt, omdat hij iets niet mag. Maar als je kind alles bij elkaar gilt, dan is het meestal niet meer zo leuk. Een dreumes zal zich in een driftbui meestal op de grond gooien, gillen en met zijn armen en benen gaan zwaaien. Deze driftbuien zijn op deze leeftijd heel gezond en goed. Je kind leert zijn emoties te uiten en ontlaadt zijn stress. De hersenen van je dreumes zijn nog niet ver genoeg ontwikkeld om zijn emoties te kunnen controleren. Daardoor uit hij zich zo explosief.
Driftbuien bij peuters (kind van 2 en 3 jaar)
Driftbuien komen heel vaak voor bij een peuter (een kind van 2 of 3 jaar oud). Je kind is vaak dwars of koppig. Dit is onderdeel van de ego-ontwikkeling van je kind. Je kind ontdekt dat hij een eigen wil heeft en niet zomaar alles hoeft te doen wat een ander zegt of vraagt. Deze fase wordt ook wel de peuterpuberteit of koppigheidsfase genoemd. Je kind kan heel boos worden, bijvoorbeeld omdat je iets voor hem gepakt hebt, wat hij zelf wilde pakken. Of omdat je zijn boterham op de verkeerde manier hebt doorgesneden. Voor ons zijn dit allemaal hele kleine dingen, maar voor je kind voelt het alsof dit van levensbelang is. Hij wil namelijk zelf bepalen. Je kind kan zijn emoties nog niet goed in woorden uiten, waardoor gillen of slaan voor hem vaak de manier is om zijn frustratie te uiten.
Daarnaast kan je kind zijn emoties nog steeds niet goed reguleren, waardoor driftbuien heel extreem kunnen zijn. Ze gaan vaak gepaard met veel agressie en geschreeuw. Ook al horen driftbuien erbij op deze leeftijd, toch helpt het als je weet hoe je ermee kunt omgaan en hoe je ze kunt ombuigen.
Een peuter, dreumes of kleuter kan zijn emoties nog niet (goed) reguleren, waardoor driftbuien ontstaan. Driftbuien op deze leeftijd zijn heel normaal en onderdeel van een gezonde ontwikkeling.
Rian Meddens – Orthopedagoog Generalist
Als je wilt dat je peuter beter gaat luisteren, neem dan eens een kijkje bij de online opvoedcursus Help mijn peuter luistert niet! Deze online cursus is ontwikkeld door Femke speciaal voor ouders met een peuter. Ik ontmoette Femke voor het eerst een aantal jaar geleden en ik was meteen onder de indruk van haar drive. Ze is pedagoog en gespecialiseerd in peuters. In deze online cursus ontdek je in 4 weken waarom je kind niet luistert en wat een effectieve aanpak is bij peuters. Zodat je niet (meer) hoeft te mopperen, dreigen en boos te worden. Je kind gaat weer luisteren en jij weet hoe je positieve opvoedtechnieken kunt gebruiken. En dat zonder te straffen en te belonen. Bekijk hier meer informatie over de cursus Help mijn peuter luistert niet.
Wil je meer tips over driftbuien en boosheid bij peuters? In het artikel Omgaan met driftbuien van peuters vind je 7 tips voor het omgaan met driftbuien. Of laat jouw peuter of kleuter veel agressief gedrag zien? Lees er alles over in het artikel Omgaan met agressief gedrag van peuters.
Driftbuien bij kleuters (kind van 4, 5 en 6 jaar)
Meestal groeit je kind rond het 4e jaar over de driftbuien heen en zullen de woedeaanvallen afnemen. De driftbuien komen minder vaak voor en je kind is sneller te kalmeren. Hij begrijpt meer van de wereld om zich heen en zal niet meer alles meteen op zichzelf betrekken, zoals een peuter. Naarmate je kind ouder wordt, krijgt hij meer controle over z’n emoties. Je kind kan beter omgaan met zijn boosheid. Toch komen op deze leeftijd ook nog vaak woedeaanvallen voor. Je kind gaat naar school en moet wennen aan alles wat daarbij komt kijken. Dat kan vermoeidheid en onzekerheid opleveren, waardoor er (tijdelijk) weer meer woedeaanvallen zullen zijn.
Woedeaanvallen bij kinderen ouder dan 6 jaar komen minder vaak voor. Als jouw kind op deze leeftijd nog wel last heeft van woedeaanvallen, is dit vaak heel heftig. Lees hoe je hiermee kunt omgaan in het artikel: Hoe kan ik omgaan met de woedeaanvallen van mijn kind van 7, 8 of 9 jaar oud?
Driftbuien bij jonge kinderen voorkomen
Om een driftbui bij een dreumes, peuter of kleuter te voorkomen, helpt het om in eerste instantie goed naar je kind te kijken. De meeste driftbuien bij jonge kinderen vinden plaats als je kind hongerig of moe is. Bijvoorbeeld als je kind ‘s nachts slecht geslapen heeft of als hij geen middagdutje heeft gedaan. Is dat zo bij jouw kind? Zorg dan voor voldoende rustmomenten. Heeft jouw kind vooral woedeaanvallen als zijn bloedsuikerspiegel laag is? Zorg dan voor voldoende eetmomenten op een dag.
Bij jonge kinderen ontstaan driftbuien vaak omdat ze het gevoel hebben dat ze ergens geen controle over hebben. Bijvoorbeeld doordat ze iets niet mogen of iets niet zelf mogen bepalen. Peuters en kleuters die het gevoel hebben controle te hebben, hebben minder vaak driftbuien. Geef je kind daarom zo veel mogelijk controle. Natuurlijk wel binnen jouw grenzen. Begin al op jonge leeftijd met duidelijke regels en grenzen, zodat je kind weet waar hij aan toe is. Laat je kind binnen deze regels zoveel mogelijk zelf bepalen, dit past goed bij zijn ontwikkelingsfase. Als het bedtijd is en je kind wil niet mee naar boven, kun je je kind bijvoorbeeld twee keuzes geven, zoals: “Loop je zelf naar boven of zal ik je tillen?”
Download hier de positief opvoedformule met meer tips over positief opvoeden.
Omgaan met een driftbui van mijn dreumes, peuter of kleuter
Bij een dreumes werkt afleiden vaak nog goed. Erken kort zijn gevoel en wijs je kind daarna op iets leuks of interessants. Hoe ouder je kind wordt, hoe lastiger het is om je kind af te leiden. Zeker als je kind een heftige driftbui heeft, is het belangrijk om eerst aandacht te hebben voor zijn emoties.
Bij jonge kinderen kan het helpen om ze vast te houden en op schoot te nemen tot ze kalmeren. Dit kan je kind een gevoel van veiligheid geven. Ook als je kind zich eerst probeert los te worstelen, kan je kind daarna al snel rustiger worden. Maar dit werkt lang niet bij elk kind. Veel kinderen worden juist extra boos als je ze vasthoudt. Zeker als ze iets ouder zijn. Laat je kind dan uitrazen, maar blijf er wel bij. Zo voelt je kind dat jij aanwezig bent om hem bij de moeilijke gevoelens te helpen.
Gevoelens benoemen en erkennen
Help je kind al van jongs af aan om zijn eigen gevoelens te begrijpen. Geef woorden aan de emoties, want je kind kan dit nog niet zelf. Laat je kind weten dat zijn gevoelens er mogen zijn door ze te erkennen. Ga naast je kind zitten en zeg bijvoorbeeld:
“Je wilde het niet zo” of “Je wilde zo graag…..”
“Je bent helemaal verdrietig/bang”
“Laat je boosheid er maar uit”
“Er is genoeg ruimte in de wereld voor al jouw boosheid”
Op deze manier geef je aan je kind mee dat hij boos mag zijn. Zijn gevoelens zijn oké en mogen er zijn. Het werkt het best als je als ouder zo rustig mogelijk blijft. Boosheid roept boosheid op, dus als jij ook boos wordt, is de kans groot dat je kind nog bozer zal worden. Dit is lang niet altijd makkelijk, want ook de boosheid van jouw kind roept vaak boosheid bij jou op. Het is dus een kunst om rustig te blijven. Bedenk goed wat jou hierbij helpt: bijvoorbeeld even tot 10 tellen, diep ademhalen of bedenken dat je kind het moeilijk heeft en jouw hulp nodig heeft bij zijn gevoelens.
Grenzen aangeven
In eerste instantie is het dus goed om je kind te laten weten dat zijn gevoel er mag zijn. Tegelijkertijd is het wel belangrijk om je kind mee te geven dat zijn gedrag niet acceptabel is. Hij mag boos zijn, maar slaan mag niet. Zeg bijvoorbeeld: “Slaan doen we niet in dit huis” of “Schreeuwen en gegil doet pijn aan mijn oren, dat vind ik niet leuk”. Op deze manier geef je de grens aan, maar wijs je je kind niet af, zoals bij uitspraken zoals (“Je mag niet gillen/slaan”, “Ik word boos als jij slaat”). Door deze opmerkingen kan een kind zich aangevallen voelen en dan kan zijn gedrag verergeren. Probeer dus zo neutraal mogelijk de grens aan te geven. Je kind wil namelijk ook niemand pijn doen, maar weet zich op dat moment geen raad met zijn emoties en kan zijn boosheid niet op een andere manier uiten.
Extra tip: Help mijn peuter luistert niet!
Nog een extra tip voor ouders die willen dat hun peuter beter gaat luisteren:
de online opvoedcursus Help mijn peuter luistert niet!
Femke ontwikkelde deze cursus speciaal voor ouders met een peuter. Ik ontmoette Femke voor het eerst een aantal jaar geleden en ik was meteen onder de indruk van haar drive. Ze is pedagoog en gespecialiseerd in peuters. In deze online cursus ontdek je in 4 weken waarom je kind niet luistert en wat een effectieve aanpak is bij peuters. Zodat je niet (meer) hoeft te mopperen, dreigen en boos te worden. Je kind gaat weer luisteren en jij weet hoe je positieve opvoedtechnieken kunt gebruiken. En dat zonder te straffen en te belonen. Bekijk hier meer informatie over de cursus Help mijn peuter luistert niet.
Alternatief gedrag aanleren
Leer je kind ook wat hij wel kan doen als hij boos is in plaats van slaan of schreeuwen. Leer hem bijvoorbeeld om te stampen, z’n vuisten te ballen en wat hij kan zeggen als er iets gebeurt wat hij niet leuk vindt. Zo leer je je kind op een goede manier omgaan met heftige emoties.
Wil je meer lezen over hoe je kunt omgaan met lastig gedrag bij het slapen of eten? Lees dan de artikelen:
Mijn kind wil niet eten. Wat kun je doen? 8 tips of effectieve slaaptips bij kinderen.
Wil jij dat je kind beter leert omgaan met boosheid? In het werkboek Ik ben Relaxed leert je kind om zijn boosheid anders te uiten. Het werkboek is gemaakt voor kinderen vanaf 6 jaar, maar er staan ook tips en een aantal leuke opdrachten voor jongere kinderen in.